Vieringen

Voor heel de wereld

Het begint klein | Voor heel de wereld
Voorganger: Gepke Kerssen
Lectoren: Anthoon van Budel en Annette Beelen
Koor: de Cantorij

Openingslied:  Comt verwondert u

Welkom
Welkom aan mensen die op zoek zijn naar wat het leven betkenis geeft, op zoek naar licht dat ons tegemoet straalt uit een pasgeboren kind.
Vandaag is het Driekoningen.
We lezen opnieuw het Kerstverhaal, maar nu niet over herders die in de buurt waren, maar over mensen van buiten Israël, drie mensen die de leiders van hun land raad gaven op grond van de stand van de sterren. We zijn hen drie koningen gaan noemen, of de wijzen uit het oosten.
In de tekst van Jesaja lezen we ook over mensen overal vandaan die met geschenken naar Jeruzalem komen. Dat is een oude droom in Israël: over het licht dat vanuit Jeruzalem naar alle volken schijnt, het licht van God.
Het begint klein, bij een pasgeboren kind, bij drie koningen, maar het is bestemd voor heel de wereld.
Het goede nieuws dat er licht komt, komt niet uit paleizen en regeringsgebouwen, maar  uit kleine huisjes, waar mensen naamloos, kwetsbaar en weerloos door het leven gaan, maar aangeraakt door het licht, samen onweerstaanbaar zijn.
Dat wij zulke mensen mogen zijn.

Openingsgebed

Bron van ons leven
Wijs ons de weg met uw licht
Open onze ogen
voor wat klein is
maar zo kostbaar
Open ons hart
voor wat liefde brengt

Na openingsgebed: Bij u is de bron van het leven

Inleiding op de eerste lezing
Het volk is teruggekeerd na de ballingschap, maar Jeruzalem ligt in puin, de tempel is verwoest.
Dan klinkt de stem van de profeet die licht ziet voor Jeruzalem, hemels licht, dat volkeren uit de hele wereld naar de stad toetrekt.

Jesaja 60,1-­‐6
Sta op en schitter, je licht is gekomen,
over jou schijnt de luister van de HEER.
Duisternis bedekt de aarde
en donkerte de naties,
maar over jou schijnt de HEER,
zijn luister is boven jou zichtbaar.
Volken laten zich leiden door jouw licht,
koningen door de glans van je schijnsel.
Open je ogen, kijk om je heen:
ze stromen in drommen naar je toe;
je zonen komen van ver,
je dochters worden op de heup gedragen.
Je zult stralen van vreugde als je het ziet,
je hart zal van blijdschap overslaan.
De schatten van de zee zullen je toevallen,
de rijkdom van vreemde volken valt je in de schoot.
Een vloed van kamelen zal je land overspoelen,
jonge kamelen uit Midjan en Efa.
Uit Seba komen ze in groten getale,
beladen met wierook en goud.
Zij verkondigen de roemrijke daden van de HEER.

Zingen: Liefde, dal van liefde

Evangelielezing:
Matteüs 2,1-­12
Toen Jezus geboren was in Betlehem in Judea,
tijdens de regering van Herodes,
kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan.
Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden?
Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan
en zijn gekomen om hem eer te bewijzen.’
Koning Herodes schrok hevig toen hij dit hoorde,
en heel Jeruzalem met hem.
Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen
om aan hen te vragen waar de messias geboren zou worden.
‘In Betlehem in Judea,’ zeiden ze tegen hem,
‘want zo staat het geschreven bij de profeet:
“En jij, Betlehem in het land van Juda,
bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda,
want uit jou komt een leider voort
die mijn volk Israël zal hoeden.”’
Daarop riep Herodes in het geheim de magiërs bij zich;
hij wilde precies van hen weten wanneer de ster zichtbaar geworden was,
en stuurde hen vervolgens naar Betlehem met de woorden:
‘Stel een nauwkeurig onderzoek in naar het kind.
Stuur mij bericht zodra u het gevonden hebt,
zodat ook ik erheen kan gaan om het eer te bewijzen.’
Nadat ze geluisterd hadden naar wat de koning hun opdroeg, gingen ze op weg, en nu ging de ster die ze hadden zien opgaan voor hen uit,
totdat hij stil bleef staan boven de plaats waar het kind was.
Toen ze dat zagen, werden ze vervuld van diepe vreugde.
Ze gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder.
Ze wierpen zich neer om het eer te bewijzen.
Daarna openden ze hun kistjes met kostbaarheden
en boden het kind geschenken aan: goud en wierook en mirre.
Nadat ze in een droom waren gewaarschuwd
om niet naar Herodes terug te gaan,
reisden ze via een andere route terug naar hun land.

Zingen: Kind ons geboren

Overweging
Veel mensen zijn op zoek naar waar het echt om gaat in het leven.
Kun je dat vinden in de kerk?
“Ik heb geen dromen” zegt ze, maar ook “ik zou wel iets voor vluchtelingen willen doen”. Ze heeft geen tijd, drukke baan en een dochter om in haar eentje voor te zorgen. Geen dromen, maar ze zit wel in de kerstnachtdienst.
Anderen komen voor het eerst weer naar kerk, de Bethelkapel in Den Haag, omdat daar iets bijzonders gebeurt. Juist daar waar het zo moeilijk is, willen mensen de hoop levend houden.

Mensen op zoek naar waar het echt om gaat in het leven zo zie ik de drie koningen.
Magiërs zijn het. Ze kijken naar de sterren en als daar iets bijzonders is te zien, dan heeft dat betekenis voor het wereldgebeuren. Op grond daarvan geven ze adviezen aan de leiders van hun land.
Ze zien een heel bijzondere ster. Als het licht uit de tekst van Jesaja. Licht dat mensen uit de volkeren naar Jeruzalem brengt, beladen met geschenken.

En daar zijn ze. Drie koningen, gekomen naar Jeruzalem. De stad waar nu weer een tempel staat, die door koning Herodes herbouwd is.
De drie koningen komen aan bij de koning in Jeruzalem. Als er in Jeruzalem iets gebeurt dat de wereldgeschiedenis verandert, dan moet dat wel door een nieuwe koning zijn.
Waar is de pasgeboren koning van de joden?

Koning Herodes schrikt en met hem heel Jeruzalem.
Want Herodes regeert dan wel het joodse volk, hij is niet de koning van de joden, maar in dienst van de Romeinen. En heel Jeruzalem buigt voor de Romeinen. Je hebt een goed leven als je je voegt naar hun regels. Er staat zelfs een tempel, er wordt theologie beoefend, zolang dat maar niet  in strijd is met de Romeinse wetten.
Daarom schrikt Jeruzalem: een koning van de joden brengt hun comfortabele leven in gevaar. Stel je voor, een koning die er echt is voor alle mensen.
Koning Herodes begrijpt dat die nieuwe koning met God te maken moet hebben en roept daarom alle theologen bij elkaar. Waar zou de Messias, de koning die door God wordt aangesteld, geboren worden?
De theologen geven aan wat er in de boeken staat: in Betlehem.

Maar opnieuw zie je hoe de theologie nauw is verbonden met de politiek.
Deze theologen zijn geen gelovigen in het goede nieuws, zelfs geen zoekers naar wat waar is.
Ze blijven zitten, waar ze goed zitten.
De ware wijzen zijn de drie magiërs, de wijzen uit het oosten.
Zij blijven dromen van verandering, zij gaan op zoek.

We zien het vaker in de bijbel: dat mensen buiten de geloofsgemeenschap beter zien waar het om gaat. Meer vertrouwen op het licht.
Verhalen als dit verhaal houden ons een spiegel voor: Zien wij het licht? Zien wij waar het leven goed is? Zijn wij mensen die licht brengen?

Hij reed mee met We komen ze halen, om vluchtelingen op te halen in Griekenland. Hij zegt: “ Die vluchtelingen zitten daar maar op de Griekse eilanden. We hebben een systeem gecreëerd, een monster. Niemand wil  de verantwoordelijkheid dragen.”
Ik moet denken aan Tjeenk Willink, die schrijft hoe we met onze systemen onze democratie hebben uitgehold. In een goede democratie beschermt de overheid de rechten van de burgers.
Maar de democratie is uitgehold geraakt. Het recht op goed en eerlijk betaald werk, goede huisvesting en zorg met aandacht voor de hele mens, staat onder druk.
Het contact met de burger is verwaarloosd, politiek en wetenschap zijn vervlochten geraakt met het bedrijfsleven. De overheid ziet zichzelf als een bedrijf, werkt als een bedrijf, in plaats van hoeder te zijn van de rechten van de burgers. Zorg, onderwijs en rechtspraak worden afgerekend op meetbare resultaten. Aandacht voor het klimaat kan alleen als dat niet slecht is voor het bedrijfsleven.
Maar ook: Burgers lieten te veel over aan de overheid.

Als enkeling verlies je het van de macht van de overheid en het bedrijfsleven.
Maar samen sta je sterker. Burgers beginnen zich te organiseren.
Eén van de deelnemers aan wij gaan ze halen zei: “Niks doen is voor mij geen optie”; een ander zegt: “Ik kan niet langer wegkijken.”
Een flink aantal mensen neemt deel aan de vieringen in de Bethelkerk, om te voorkomen dat de familie wordt uitgezet naar Armenië.
Er is het burgerinitiatief van de inwoners van Kloosterburen en Kleine Huisjes, wat een prachtige naam, als je denkt aan dat kleine huisje in Betlehem. Burgers regelen zelf de zorg voor kwetsbare mensen en zetten ontmoetingsplaatsen en winkels op voor alle inwoners van hun kleine dorp.
Ook staan er ondernemers op die vinden dat een bedrijf pas goed is als het een waardevolle bijdrage levert aan de samenleving.

Ik denk dat wij als geloofsgemeenschap ook geroepen zijn om op te komen voor het goede leven voor alle mensen. Als kerken hebben we de laatste tientallen jaren de nadruk gelegd op barmhartigheid, hebben we aandacht gehad voor wie kwetsbaar is. Het is tijd dat we weer opkomen voor gerechtigheid, dat we de overheid aanspreken op haar verantwoordelijkheid en zelf verantwoordelijkheid willen dragen voor oplossingen.

Herodes probeert om ook de drie koningen in zijn macht te krijgen. Ze moeten rapport aan hem uitbrengen als ze het kind gevonden hebben. Dan zal hij hem eer bewijzen
In het vervolg van onze tekst kunnen we lezen wat Herodes’ ware bedoelingen  zijn. Om het risico te vermijden dat de pasgeboren koning, hem van zijn troon  zal stoten, brengt hij alle pasgeboren jongetjes van Betlehem om.

De ware wijzen gaan naar het kleine Betlehem. Daar komt de leider vandaan die zijn volk zal hoeden. Het is goed om te vertrouwen op het licht, in plaats van op de macht.
De drie koningen volgen de ster. Het zal een eenvoudig huisje zijn geweest, waar de ster stil staat. Een contrast met het paleis van de koning. Maar er is een andere koning nodig dan koning Herodes. Een koning van het volk die woont tussen de mensen. Die hun zorgen kent, maar ook hun kracht. De drie wijzen gaan vol vreugde naar binnen en vinden Maria en het kind.
Voor deze koning buigen ze. Ze bieden aan: goud, wierook en mirre. Goud en wierook als eerbewijs. Mirre, omdat dit andere koningschap ook lijden met zich meebrengt.

In een droom worden ze gewaarschuwd om niet langs Herodes te gaan.
Jozef krijgt ook een droom, waarin hij wordt gewaarschuwd voor Herodes. Hij moet vluchten naar Egypte, de plaats waar ook het volk geleefd had.
De koningen gaan naar huis terug om daar het licht door te geven.
Zoals ook wij na Kerstmis en na vandaag, weer terug gaan naar onze plaats in de wereld. Omdat het licht bedoeld is voor heel de wereld, voor alle mensen.

Geloofslied: Het licht valt uit de dagen

Klaarmaken van de Tafel; collecte

Voorbeden, accl. : Heel het duister
Wij bidden vanwege mensen voor wie het leven donker is, zonder uitzicht
Voor mensen gevlucht uit hun land en verblijvend onder mensonterende omstandigheden in kampen in Griekenland; voor de kinderen die hier opgegroeid zijn, maar die dreigen te worden uitgezet naar een land dat voor hen onbekend en onveilig is.
Dat het licht voor hen mag doorbreken.

Voor de mensen die zich zorgen maken of ze het financieel nog wel redden door te hoge kosten en een te klein inkomen.
Dat hen recht mag worden gedaan

Voor onze aarde, zo achteloos gebruikt en soms zelfs gewetenloos misbruikt, met droogte of overstromingen als gevolg
Dat we de aarde, waar wij van leven, bewaren, de lucht die wij ademen zuiver houden.

Voor de mensen die getroffen zijn door een ramp, zoals in Indonesië, voor wie getroffen zijn door machtspolitiek zoals de mensen in Jemen die honger lijden.
Dat anderen niet wegkijken, maar dat er hulp voor hen mag zijn en herstel van een situatie die leefbaar is.
Na intenties: voor uw Aangezicht

Tafelgebed
Wij danken U voor uw licht dat telkens weer doorbreekt
op een plaats waar je het niet verwacht.
Voor mensen die verlangend naar het licht op weg gaan
zoals Abraham en Sara
Mozes en Mirjam
de herders en de drie koningen
mensen die het oude liedje niet meer willen zingen,
die het wagen zonder te willen winnen,
en die nieuwe wegen zoeken, ook de smalle.
Wij danken u dat ze er altijd zijn:
mensen die getuigen van het licht
die hun dromen delen
en van wie de woorden blijven klinken,
hun gebaren nog steeds worden doorgegeven

Wij danken u voor dat kleine begin
geschenk uit de hemel
door Maria in vertrouwen verwacht
geboren onder herders
gezien door de drie koningen
als licht voor heel de wereld.
Hij kreeg de naam Jezus
werd steeds meer wat zijn naam beloofde:
God bevrijdt
Bevrijdend was hij aanwezig onder de mensen
maakte heel wat gebroken was
maakte kleine mensen groot
doorbrak de spiraal van geweld
zoals op die avond
voor hij werd opgepakt:
Hij vierde het feest van de bevrijding
nam bij de maaltijd het brood,
dankte daarvoor,
brak het en zei:
dit brood is als mijn leven
gebroken en gedeeld met jullie.
Hij nam ook de wijn en zei:
dit is de wijn van de nieuwe wereld
waar ik zo mee verbonden ben
Waar jullie brood en wijn blijven delen
daar ben ik er bij,
daar blijft de hoop op de nieuwe wereld levend
Hij werd lafhartig vermoord,
maar liefde bleek sterker dan de dood
Hij leeft bevrijdend onder ons
Waar wij durven leven als hij:
vrij van angst,
levend in het licht
licht brengend in de wereld

Samen bidden wij zingend om die nieuwe wereld die zeker komen zal

Onze Vader gezongen

Vredeswens:

Ontwikkelingen in de wereld om je zorgen om te maken, maar tegelijk: tal van initiatieven van onderop, verzet tegen de Herodessen van deze tijd, mensen die samen met anderen, al is het klein, een stukje van de nieuwe wereld voor iedereen scheppen.

Vredeslied: gij Levende eerste en laatste

Delen van brood en wijn
In het delen van brood en wijn denken we aan Jezus,
aan zijn leven en sterven en dat hij nog altijd leeft onder ons.
Leef in verbondenheid met de Eeuwige,
Laat je leiden door het licht,
deel je leven met wie op je weg komt.
zoals Jezus dat deed.

Van harte welkom aan deze tafel

Communielied:  Wat in stilte bloeit

Dankgebed:
Wij danken u
voor uw licht dat ons de weg wijst;
dat wij hier samen
mogen ontdekken
waar leven te vinden is
dat wij samen met anderen
uw droom waar mogen maken

Mededelingen en bloemetje

Slotgedachte
De machtige kan een oorlog winnen, maar kan de machtige ook vrede stichten?            De machtige heeft de taak heeft om ruimte te scheppen voor de kwetsbare, de zwakke. Om deze de plaats te geven die hem of haar  toekomt: aan het hoofd van de tafel, midden de wereld. Niet uit medelijden, maar uit eerbied voor datgene waar de sterke niet zo goed in is: het hart raken, vermurwen, veranderen, verbinden.
naar Rikko Voorberg

Zegen
Moge de Eeuwige ons zegenen met licht
om de grootheid van het kleine te zien
in onszelf en in de ander
de zachte, sterke kracht van samen
die vrede brengt
mogen we zo gezegend zijn door de eeuwige die wij noemen
vader, moeder, zoon en goede geest

Slotlied: Om warmte gaan wij een leven

Drie koningen zagen een sterre

SAN SALVATORGEMEENSCHAP / DATUM zaterdag 5 januari 2019

THEMA: Drie koningen zagen een sterre

Voorganger Wilton Desmense

Lector Corrie Dansen

Muzikale begeleiding Gieneke Ruyters           Cantor Hans Moerman

OPENINGSLIED: Zo maar een dak

WELKOM

In het Oude Testament is voorspeld (Numeri 24:17) dat, wanneer de ster verschijnt, er iets wezenlijks gaat gebeuren. Daar staat: “Er zal een ster voortkomen uit Jakob, en er zal een scepter uit Israël opkomen.” Het is een verwijzing naar de komst van de Messias, de Redder van Israël. Dit is de enige keer dat een ster met een profetische, symbolische betekenis genoemd wordt in het Oude Testament. Pas in Openbaring wordt de ster weer als profetisch object gezien! In het verhaal van de drie koningen kun je zeggen: We volgen een ster: maar waarom? We zoeken: maar wat? Hoe zeker weten we dat die ster ons brengt waar we willen zijn? Als deze ster érgens voor staat, is het: een verlangen. Dat zou een heel duidelijk verlangen kunnen zijn. Welk verlangen is ons verlangen? Welke ster volgen wij?

 

GEBED

In deze donkere dagen van het jaar
verlangen we naar warmte en licht.
De verwarming is aan en er branden kaarsen.
Moge het echte Licht komen onder de mensen,
een Licht dat nooit meer uit- of onder gaat.

Mogen wij de weg erheen volgen,

vol volharding en vol verwachting.

ACCL.: Drie wijzen met wierook

 INLEIDING OP DE LEZINGEN

De lezingen van vandaag spreken van licht,

van licht dat komt. In de eerste lezing komt het licht zelf naar de mensen, in de tweede lezing gaan mensen actief op zoek naar het licht toe:

illustratief voor de omslag van het Oude naar het Nieuwe Testament, van passief geloven naar actief geloven.

EERSTE LEZING (Jesaja 60, 1-6)

De Heer zegt:

Jeruzalem, wees niet langer bedroefd. Laat het licht over je schijnen, het licht van de Heer. Hij komt naar je toe als een stralende zon. Alle volken leven in het donker, de hele aarde is zo donker als de nacht. Maar over jou schijnt het licht van de Heer.

Iedereen ziet dat stralende licht. De volken en de koningen, ze komen allemaal naar je toe, Jeruzalem. Ze volgen allemaal dat stralende licht, ze willen allemaal naar die schitterende stad. Doe je ogen maar open, Jeruzalem, en kijk om je heen. Daar komen je inwoners aan! Ze komen allemaal naar je toe, vanuit verre landen. Andere volken brengen hen veilig thuis. Ze dragen je inwoners alsof het hun eigen kinderen zijn. Jeruzalem, kijk! Je ogen zullen stralen van blijdschap, en je hart zal bonzen van vreugde. Die volken brengen ook geschenken voor je mee. Ze nemen hun rijkdommen mee uit verre landen. Ze brengen veel kamelen mee, jonge kamelen uit Midjan en Efa. En de mensen uit Seba komen met veel wierook en goud. Zij vertellen allemaal hoe machtig de Heer is.

 LIED: Er is een stad (= Jerusalaim)

TWEEDE LEZING (Mattheus 2, 1-12)

Jezus werd geboren in Betlehem in Judea. Toen Hij geboren was, kwamen wijze mannen uit het Oosten naar Jeruzalem. In die tijd was Herodes koning. Ze vroegen: “Waar kunnen we de koning van de Joden vinden, die kort geleden is geboren? We hebben in het oosten zijn ster zien opgaan. We zijn gekomen om hem te eren en hem geschenken te brengen.”

Dit was een grote schok voor koning Herodes en de bewoners van Jeruzalem. Herodes liet de leiders van de priesters en de wetgeleerden van Jeruzalem bij zich komen. Hij wilde van hen weten waar de Messias  geboren zou worden. Ze antwoordden: “Hij wordt in Betlehem in Judea geboren. Want de profeet Micha heeft opgeschreven: ‘En jij, Betlehem in het land van Juda, jij bent minstens zo belangrijk als de grote steden van Juda. Want in jou zal iemand geboren worden die mijn volk Israël als een herder zal leiden.”

Toen liet Herodes in het geheim de wijze mannen bij zich komen. Hij wilde heel precies van hen weten, wanneer ze de ster voor het eerst hadden gezien. Daarna stuurde hij hen naar Betlehem. En hij zei tegen hen: “Ga dat kind zoeken. Als jullie het hebben gevonden, moeten jullie het mij laten weten. Want dan ga ik daar ook naar toe om het te eren en het geschenken te brengen.” Zo vertrokken ze.

De ster die ze in het oosten hadden gezien, ging voor hen uit. Hij bleef staan boven de plaats waar het kind was. Toen ze de ster daar zagen, waren ze erg blij. Ze gingen het huis binnen en vonden daar het kind met zijn moeder Maria. Ze knielden neer en aanbaden het. En ze gaven het dure geschenken: goud, wierook en mirre. Maar God waarschuwde hen in een droom om niet naar Herodes terug te gaan. Daarom reisden ze langs een andere weg naar hun land terug.

ACCL.: D’heilige drie Koon’gen uit zo verre land

OVERWEGING

T.S. Elior schreef een gedicht dat door Martinus Nijhof onder de titel De Reis van de Drie Koningen als volgt uit het Engels is vertaald:

Het was een koude tocht, en de slechtste tijd van het jaar voor een reis, voor zulk een verre reis.

De wegen modderig, het weer guur, de winter op zijn strengst. De kamelen, die hun knieën ontvelden, hun hoeven bezeerden, werden onhandelbaar

en legden zich neer in de smeltende sneeuw.

Menigmaal dachten we met spijt terug aan onze zomerpaleizen op bloeiende berghellingen, aan meisjes, in zijde gehuld, die gekoelde wijn ronddienden. Onze kameeldrijvers vloekten, kankerden, weigerden dienst, riepen om brandewijn en vrouwen. Onze kampvuren wilden niet branden, onderdak was moeilijk te vinden, de steden waren vijandig, de dorpen stug, de gehuchten smerig en verschrikkelijk duur: het was een ellendige tocht.

Tenslotte reisden wij de gehele nacht door, sliepen zo nu en dan langs de wegkant en hoorden gedurig in onze oren zingende stemmen, zeggend: jullie onderneming is waanzin.

Eindelijk, toen het licht werd, daalden we neer in een luw dal, vochtig, onder de sneeuwlijn, geurend naar groeizaamheid; een beek snelde voort, een watermolen karnde het duister, er waren drie bomen onder een bewolkte lucht, en een oud wit paard galoppeerde door een weiland. Wij kwamen bij een herberg met wijngaard-ranken boven de stoep. Zes handwerks-lieden dobbelden bij de open deur om zilverlingen en zes voetknechten schopten lege wijnzakken over de vloer. Maar niemand kon ons inlichtingen verschaffen, en zo gingen we verder, en bereikten des avonds, geen uur te vroeg,

de plaats van bestemming; het was (dat mag ik wel zeggen) de moeite waard.

Dit alles is lang geleden, ik heb het onthouden

en zou het over willen doen, maar ik stel, dit vooropgesteld, één vraag: was het doel dat ons dreef geboorte of dood? Wij waren getuigen van een geboorte, zeker, daar is geen twijfel aan. Maar als ik vroeger geboorte of dood zag, dacht ik dat ze tegenstellingen waren. Deze geboorte echter

was een onverbiddelijk einde voor ons, een dood, onze dood. Wij keerden terug naar ons land, onze koninkrijken, maar voelden ons niet meer thuis in de oude orde tussen vreemde mensen die hun goden omklemmen. Ik zal blij zijn als ik andermaal sterf.

(De reis van de drie koningen, Martinus Nijhoff – T.S. Eliot)

Tot zover het gedicht over drie koningen die na een moeilijke tocht de pasgeboren Jezus aanschou-wen. De tocht is vol ontberingen, leidt door een bijna Siberische koude, “onze kampvuren wilden niet branden”, en voert weg van de weelde en rijkdom, waarin de drie thuis baden. Als ze eindelijk arriveren op de beloofde plaats, is het duidelijk dat wat ze te zien krijgen zeldzaam gewoon is, nietig. En vooral: dat het zal lijden.

De dichter maakt geen woord vuil aan wie de Wijzen zien. Wel laat hij een van hen zeggen dat de aanblik satisfactory is, “De moeite waard”, vertaalt Nijhoff, “ze gaf voldoening”. Dat lijkt mager, maar maakt het waarheidsgetrouw: je begint te begrijpen dat de koningen zochten naar wat niets anders kon zijn dan het volkomen tegendeel van wat zij zelf waren. De reis is pas de moeite waard als zij erdoor gaan inzien dat macht, rijkdom en faam hun bestaan niet rechtvaardigen. Iets machteloos’, onaanzien-lijks, gerings, sterfelijks en in zekere zin wanhopig stemmends, dat krijgen zij te zien. De drie Wijzen zien in de bron van hun nieuwe geloof – de Menswording – niets triomfantelijks. Hun wereld is op zijn kop gezet. De macht die zij zochten schuilt in zwakheid. (Willem Jan Otten, Woeste vragen, Trouw 19-12-2009)

Daarom is het gerechtvaardigd om aan de drie koningen, wier gouden kronen voor hen ook niets meer te betekenen hadden, een nieuwe hoed te vragen: van je ouwe, versleten hoofddeksel voor je hersenpan moet je het niet hebben om nieuwe inzichten tevoorschijn te kunnen toveren. En ook niet van al te behouden ouderen, die je zouden willen afremmen of niet thuis geven. Zet op, die nieuwe hoed, en hopelijk zijn onze goede voornemens dan zo gepiept in een wereld als een zomerhuis. Zo zij het.

LIED: Drie koningen zagen een sterre

VOORBEDEN

We bidden om licht voor alle mensen die hun lot in de sterren proberen te lezen, voor wie zekerheid zoeken in een leven vol onzekerheden; dat zij houvast vinden in de God die zich openbaart in de goedheid van mensen. Laat ons zingend bidden.

ACCL.: Heer onze God wij bidden U verhoor ons

Wij bidden om licht voor de groten der aarde die kost wat kost willen vasthouden aan hun macht, dikwijls ook ten koste van de kleine man, dat zij gaan beseffen dat God alle groot-heidswaanzin afwijst en dienstbaarheid van hen vraagt. Laat ons zingend bidden.

ACCL.

Wij bidden om licht voor onszelf; dat wij verder kijken dan onze eigen leefomgeving dat volkeren van andere continenten ons ter harte gaan, dat we beseffen dat God er is voor alle rassen en talen.
Laat ons zingend bidden.

ACCL.

We bidden voor de intenties in ons intentieboek.

… Ook gedenken we onze lieve overledenen.

ACCL.

God van mensen, laat uw licht schijnen door ieder van ons, dat wij een ster aan de hemel zijn die anderen de weg wijst naar U toe, dat wij een stal zijn waarin vriend en vreemde welkom is, in de naam en in de geest van Jezus, uw woord bij uitstek
dat klinken blijft door alle eeuwen heen.

 

TAFELGEBED: Jij, oorsprong van elk zoeken

ONZE VADER

eindigend met accl.: Want van U is de toekomst

VREDESWENS

LIED: Ik danste in de ochtend toen de wereld begon

BREKEN EN DELEN

LIED: Jij bent voor mij geen kerstkind in een stal

Refrein

Jij bent voor mij geen kerstkind in een stal

Jij wordt voor mij geboren overal

waar mensen zijn, waar mensen zijn

leef jij weer op en wordt steeds weer vermoord.

Vrede is een onvergetelijk woord,

het was jouw droom:maak vrede, zeg ’t voort.

Oorlog hebben wij ervan gemaakte

en hongersnood, verdrukking, rassenhaat.

Refrein

“Leven,” zei je, “leven als een mens,

ja, dat is liefde geven, heel intens!”

Liefde hebben wij nog niet verleerd,

wij hebben lief, al lijkt het omgekeerd.

 Refrein

………….

leef jij weer op, word jij steeds weer gehoord.

(origineel: Los Reyes Magos; tekst Hans Waegemakers)

 GEBED

Wij gaan onze weg terug, de wereld in, een andere weg dan die waarlangs wij kwamen. Wij gaan nu de weg van geloof, hoop, liefde, goedheid en trouw.
Het is de weg van dromen van licht en liefde.
Wij bidden om zegen voor ons, voor onze dromen, voor de weg die we gaan, onze ster achterna,

in Zijn naam die alles en allen is in één. Amen.

 MEDEDELINGEN

 

SLOTGEDACHTE

Er was een mannetje dat zich verveelde,
want de kermis was dicht en de kerk was dicht en uit het café kwam ook geen licht. En hij dacht:

Ik wou dat er wat gebeurde …

En toen keek-ie naar de lucht en hij zag:

honderdduizend sterren of nog wel wat meer misschien. “Ja, maar al die sterren heb ik al zo vaak gezien. Ach, ik wou dat er wat gebeurde …

En toen viel er een ster! En als er een ster valt mag je een wens doen, mag je een wens doen als je ’t ziet. Als er een ster valt, mag je een wens doen:
“Wat zal ik wensen – ik weet het niet.”

Maar het was een heel slim mannetje, want hij zei: “Ik wens, ik wens dat er nog een ster valt. Dan heb ik nog even tijd om te denken.”

En het gebeurde …
Maar nog wist hij niet wat hij zou wensen, dus zei hij: “Ik wou dat er nóg een ster viel en nog één – en weer één – en weer en meer.” Totdat: er nog maar één ster aan de hemel stond.
En ook die viel.

En hij dacht: ik had zoveel kunnen wensen,
ik heb zoveel bedacht, maar alles wat ik wilde, is verdronken in de nacht.
Maar het was nog altijd een heel slim mannetje
– tenminste dat dacht-ie – , want hij zei:
“Ik wens dat de aarde valt.”
En het gebeurde …

En op een andere planeet
was een mannetje, dat zich verveelde
en hij dacht:
Ik wou dat er wat gebeurde …!

   (Elly Nieman)
GEZAMENLIJKE ZEGEN

Eeuwige,

Jij hebt ons uitgezonden in de wereld.

Zegen ons om levende getuigen te zijn van jouw liefde.

Zegen onze ogen om scherp te zien, wat mensen beweegt, bemoedigt of benauwt.

Zegen onze oren om woorden op te vangen van hoop, kracht en uithoudingsvermogen.

Zegen onze lippen om te spreken voor de mensen zonder stem.

Daarvoor vragen we jouw zegen, in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.

SLOTLIED: Dans van de zee

Resultaten uit het verleden bieden hoop voor de toekomst

Thema: Resultaten uit het verleden bieden hoop voor de toekomst
Datum: 31 december 2018
Voorganger: Ard Nieuwenbroek

OPENINGSLIED: Uit het duister hier gekomen
Lees meer →

Het begint klein.

25 december 2018
Het begint klein | Beloofd is beloofd
Voorganger: Franneke Hoeks
Met medewerking van Melodiek o.l.v Hans Waegemakers

OPENINGSLIED Het licht keert nu de duisternis
WELKOM
Het is kerstmis. Wat fijn dat u op deze kerstmorgen naar hier gekomen bent om hier met elkaar te vieren. Of u hier nu wekelijks te vinden bent, af en toe gaan komt waaien of voor de eerste keer hier bent, weet dat je welkom bent in dit uur van woorden, verhalen, zingen, stilte, bidden, licht en delen met elkaar. Ik hoop dat dit uur voor u, voor jou, een uur mag zijn dat licht en leven brengt.
Op onze eerste rij is een lege stoel. Op deze stoel staat een knuffel. Hiermee maken we zichtbaar dat we bekommerd zijn om kinderen die in Nederland in grote onzekerheid leven of ze hier wel mogen blijven. Kinderen die hier vaak geboren en getogen zij en die nu dreigen te worden uitgezet. Veel kerken laten deze dagen een stoel leeg.
Gisteren, op kerstavond vierden we ook in deze ruimte. Met diezelfde lege stoel.
Voor en met kinderen vertelden we het kerstverhaal. We stuurden kaarten naar kinderen in asielzoekerscentra om hen een hart onder de riem te steken. In de vieringen voor grote mensen werd verteld over de geboorte van Jezus. Een verhaal over Maria, Jozef, herders en engelen. Vandaag klinkt hier een ander verhaal.  We laten Johannes aan het woord.  Bij hem klinkt geen nostalgie bij de stal, maar een oertekst over God die zich kenbaar maakt in, voor en met mensen. Een god die woord zijn woord gestand doet. Beloofd is beloofd.
Lees meer →

Stille verwondering

Kerstavond, 24 december 2018
Voorganger: Ard Nieuwenbroek
19.30 uur m.m.v. Melodiek
22.00 uur m.m.v. Cantorij

OPENING (Jesaja 9)

Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen worden door een helder licht beschenen. U hebt het volk weer groot gemaakt, diepe vreugde gaf u het, blijdschap als de vreugde bij de oogst, zij jubelen als bij het verdelen van de buit. Het juk dat op hen drukte, de stok op hun schouder, de zweep van de drijver, u hebt ze verbrijzeld. Iedere laars die dreunend stampte en elke mantel waar bloed aan kleeft, ze worden verbrand, een prooi van het vuur. Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders. Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Goddelijke held, Eeuwige vader, Vredevorst. Groot is zijn heerschappij, aan de vrede zal geen einde komen.
Lees meer →

JE GAAT ER VAN ZINGEN


JE GAAT ER VAN ZINGEN

4 advent 22/ 23 dec. 2018
Voorganger: Maria van den Dungen

zaterdag volkszang Zondag: Koor Melodiek

Openingslied: De nacht loopt ten einde
Welkom:
De vrede van onze Vader, de liefde van zijn Zoon, en het licht van de Heilige Geest
dale over ons neer als dauw uit den hoge.
Welkom! Iedereen, bekend of voor het eerst hier. Fijn dat we hierheen zijn gekomen om een uur samen te zijn, even de drukte achter ons gelaten.
Dit zijn de donkerste dagen van het jaar, vanaf nu gaan de dagen weer langer worden.
Wij mensen zijn lichtzoekers, we gedijen niet in het donker. In deze dagen schuilen we meer dan anders bij elkaar, we zoeken geborgenheid en verbondenheid. Sinterklaas en Kerst vallen niet voor niets in deze periode. Tegen het donker kun je niet vechten, je kunt alleen licht ontsteken.
Kerstmis staat voor de deur, het feest van de geboorte, maar ook van licht en hoop op vrede. Vrede voor iedereen, ook voor de massa’s, die op drift geraakt zijn met het zelfde verlangen naar toekomst en vrede.
Laten we daar maar voor bidden:
Gebed:
Kom in ons midden, God,
kom in ons bestaan.
wees tastbaar aanwezig,
in mensen om ons heen,
in engelen van mensen
in de ogen van een kind.

Kom in ons midden
en adem ons het vertrouwen in,
dat de aarde nieuw kan worden,
dat er toekomst is voor elk mensenkind.
Kom in ons midden
en maak van ons mensen
die warmte en licht uitstralen.

Vandaag steken we de vierde adventskaars aan, want Kerstmis komt nu wel heel dichtbij. We kijken er verlangend kijken we uit.

Aansteken vierde adventskaars
Adventslied: – God verscholen in den hoge breng uw mensen samen en kom.

Lees meer →

Zondag 16 december: Het begint klein

Advent 2018: Het begint klein


16 dec. 3de advent
Thema: Je doet het niet alleen
voorganger Gepke Kerssen
koor: de Cantorij o.l.v. Peter-Paul van Beekum

Openingslied: Hij die gesproken heeft ’n woord dat gaat

Welkom en openingstekst
Welkom, wie je ook bent, wat je ook bent, jong of ouder, hier vertrouwd of zoekend, zoekend naar licht in deze Adventstijd, zoekend naar waar jij licht mag brengen.
Je doet het niet alleen is het thema van dit derde Adventsweekend.
Mooi is dat: als je kunt ervaren dat je er niet alleen voor staat: dat je samen kunt dromen en samen ergens je schouders onder kunt zetten.
Het begint klein is het thema van de Advent en Kerstmis. Het kan al met twee mensen beginnen, twee vrouwen, Maria en Elisabeth, die zwanger zijn en elkaar ontmoeten.  Het nieuwe leven dat zij in zich dragen is er voor heel  de wereld, zoals we horen aan het einde van deze mooie tijd, op Driekoningen.
In onze gemeenschap mag je ook voelen dat je het niet alleen doet. We zijn met veel meer dan met z’n tweeën. Maar we willen ook graag samen  doen met een jongere generatie, met mensen van buiten, met mensen ver weg.
Kan de ontmoeting tussen Maria en Elisabeth ons daarbij aansteken?

Openingsgebed

U die telkens weer
het licht tevoorschijn roept,
wij wachten op u
zoeken de stilte
maken ruimte in ons hart
Kom in ons midden
Raak ons aan
met de hartslag van uw liefde
Ga ons voor met uw licht

Aansteken van de drie kaarsen van de adventskrans
Dat het licht sterker mag worden, onze hoop groeien

Accl.: God verscholen in de hoge, breng Uw mensen samen en kom

Inleiding op de eerste lezing
Sefanja ziet dat het verkeerd kan aflopen met zijn volk.
Macht en geld zijn belangrijker dan de waarden waar de Eeuwige voor staat:  liefde, rechtvaardigheid en vrede.
Geweld en bedrog vieren hoogtij;
mensen zijn gefascineerd door de dood
in plaats van dat ze het leven hoog houden.
Als er geen verandering in komt, loopt het verkeerd af.
Maar altijd komt er ook weer een einde aan de ellende en komt het weer goed.
Een bewerking van Sefanja 3,14 – 20

Soms heb je wel eens zo’n droom,
zo’n heerlijke droom, waar je meteen van gaat zingen
zo’n droom die te mooi is om waar te zijn:
Wat jullie tot nu toe terneer drukte,
het is voorbij
Aan alles wat het leven bedreigde
is nu een eind gekomen
Wat jullie verkeerd deden is vergeven en vergeten
De Eeuwige zal in jullie midden zijn
en maakt een nieuw begin
Dat geeft ruimte
ruimte om te worden
wie jullie kunnen zijn:
Mensen die er  voor elkaar zijn
tot vreugde van de Eeuwige
Wat zal dat een feest zijn!
Feest voor de mensen
die nu zo  lijden onder de huidige situatie;
erkenning  voor wie nu veracht worden.
Wie verdreven werden keren terug.
Eindelijk weer samen!
De Eeuwige zal jullie situatie ten goede keren
Je zult het zien!

Zingen:
Te doen gerechtigheid

Maria
Evangelielezing:
Lucas 1,39-56
Kort na het bezoek van de engel
reisde ​Maria​ in grote haast naar het bergland,
naar een stad in Juda,
waar ze het huis van ​Zacharias​ binnenging en ​Elisabet​ begroette.
Toen ​Elisabet​ de groet van ​Maria​ hoorde,
ong het ​kind​ op in haar schoot;
ze werd vervuld van de ​heilige​ Geest​ en riep luid:
‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen,
en gezegend is de vrucht van je schoot!
Wie ben ik dat de moeder van mijn ​Heer​ naar mij toe komt?
Toen ik je groet hoorde,
sprong het ​kind​ van vreugde op in mijn schoot.
Gelukkig is zij die geloofd heeft
dat de woorden van de ​Heer​ in vervulling zullen gaan.’
Maria​ zei:

‘Mijn ziel prijst en looft de ​Heer,
mijn ​hart​ juicht om God, mijn redder:
hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.
Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan,
heilig​ is zijn naam.
Barmhartig​ is hij, van geslacht op geslacht,
voor al wie hem vereert.
Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm
en drijft uiteen wie zich verheven wanen,
heersers stoot hij van hun troon
en wie gering is geeft hij aanzien.
Wie honger heeft overlaadt hij met gaven,
maar rijken stuurt hij weg met lege handen.
Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar,
zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd:
hij herinnert zich zijn barmhartigheid
jegens Abraham en zijn nageslacht,
tot in eeuwigheid.’

Maria​ bleef ongeveer drie maanden bij haar,
en ging toen terug naar huis.

Accl.
: Jou gezocht

Overweging
Wat me opvalt bij de ontmoeting van Maria met Elisabeth is het verschil tussen hen. Ze verschillen een hele generatie en toch is er een sterke verbondenheid.
In onze gemeenschap missen we zo’n bijzondere ontmoeting met de jongere generatie.
En ook tussen andere groepen mensen vindt er vaak geen ontmoeting plaats. Denk maar aan de mensen die het financieel niet meer redden en de mensen die het voor het zeggen hebben, aan de antiracisten en de mensen die vast willen houden aan bepaalde gewoontes, aan mensen die actief bezig zijn met het milieu en mensen die hun manier van leven niet willen veranderen. Denk maar aan wereldleiders die bij een ontmoeting eerder bezig te zijn met armpje drukken dan met een goed gesprek met elkaar.
Misschien hebben we allemaal wel een bubbel: de bubbel van het eigen gelijk, de bubbel van het omgaan met mensen die net zo denken en leven als wij.

Er is iets bijzonders voor nodig om mensen uit hun bubbel te laten stappen en met elkaar in gesprek te gaan. Soms moet de hemel daarbij helpen.
Maria en Elisabeth dromen dezelfde droom. Beiden zijn in een bijzondere situatie zwanger geworden. Elisabeth werd door iedereen als onvruchtbaar gezien en hoorde er daardoor niet bij. Maria wordt als jongere onverwacht zwanger, tot voor kort ook bij ons geen gezegende situatie. Beiden zullen een kind krijgen. Het is hen beloofd door een engel. En het gaat niet alleen om een kind, maar om een kind waardoor heel de wereld verandert. Met het kind groeit ook de hoop. De hoop dat wat onrechtvaardig was wordt rechtgetrokken. Dat het eindelijk goed gaat in de wereld. Dat is de droom die Maria en Elisabeth mogen dragen.

Dat uitzien naar een nieuwe wereld zie je vooral bij mensen die het niet meezit. Elisabeth, hoewel ze afkomstig is uit het geslacht van de Hogepriester Aäron, wordt veracht, omdat ze geen kind kreeg. Geen bijdrage kon leveren aan de toekomst. Maria noemt zichzelf de minste dienares.
Wat kun je dan uitzien naar een wereld waarin het er niet meer toe doet, waar je wieg gestaan heeft, waar je van betekenis bent om wie je bent, ook al heb je niet het geluk gehad om een kind te krijgen of om iets anders te bereiken wat voor anderen heel gewoon is.

Ook nu zijn er mensen die uitzien naar verandering: de mensen die gevlucht zijn en nu al zo lang in erbarmelijke omstandigheden op de Griekse eilanden leven. Rikko Voorberg was op Lesbos. “Kijk niet weg”, zegt hij, “kijk niet weg  van de kinderen die slapen op een stuk karton in een tentje. Ze worden ziek, maar hebben niet als onze kinderen een warm bedje. Er is bovendien geweld in de kampen. Zelfs kinderen willen niet langer meer leven.”
Rikko organiseert: wij gaan ze halen. De vluchtelingen aan wie Nederland beloofde dat ze hier mochten komen. Samen met een groep vrijwilligers vertrekt hij. Vrijwilligers zeggen: bij ons zijn ze welkom. Als we toestemming krijgen, nemen we hen meteen mee. Dat hoort bij Advent: ruimte maken in onze herberg voor nieuw leven voor mensen die nu geen leven hebben.

Er is meer: In onze samenleving zijn er mensen die zich zorgen maken dat ze het einde van de maand niet halen, doordat de lonen gelijk bleven en de prijzen, vooral van de huur en van een koopwoning  stegen.
Er zijn mensen die bezorgd zijn of we de klimaatdoelstellingen halen. Ze zagen de droogte deze zomer, het verdwijnen van de bijen, de grutto’s, en elders de overstromingen, aardbevingen, nog grotere droogte dan hier met als gevolg hongersnood.
Er zijn mensen die het gevoel hebben dat ze niet meetellen, omdat ze anders zijn dan doorsnee.
Wat verlang je dan naar verandering.  Maar wordt jouw stem wel gehoord? Sta je er niet alleen voor?
Vaak staan de mensen die het niet meer redden en de mensen die voor het milieu zijn of vluchtelingen willen helpen tegenover elkaar. Of oud en jong in de discussie over de pensioenen of over wat je wil veranderen of behouden.

Maria en Elisabeth hebben een gezamenlijke droom: dat er geen mindere mensen zijn, dat er voor iedereen genoeg is. Een droom die begint bij een God die hen ziet en hoort. Die naar je omziet en ziet wat jouw waarde is, jou uitnodigt om te zijn wie je kunt zijn.
Om tot zo’n samenleving te komen, is er wel een enorme omwenteling nodig. Machtigen worden van de troon gestoten: de heersers die er niet voor hun volk waren. En dit keer blijven de rijken met lege handen achter.
Maar de mensen met honger krijgen volop te eten en van wie klein werd geacht, wordt de grootheid zichtbaar.
Aangestoken door dat vuur van de Eeuwige doorbreekt Elisabeth de grenzen tussen mensen van verschillende leeftijd.
Je verwacht dat de jonge vrouw naar de oudere vrouw opkijkt, dat was toen zeker belangrijk.
Maar het is omgekeerd: als Elisabeth Maria ziet, ziet ze de grootheid van Maria, haar gezegend zijn van ‘al zo hoge’. Ware grootheid heeft niet te maken met afkomst, met leeftijd, man of vrouw zijn, met een hoge positie, met rijk of succesvol zijn. Echte grootheid word je geschonken
Die grootheid heeft te maken met wat jij kunt betekenen voor die nieuwe wereld, deze wereld omgekeerd.
Wie gelooft in de nieuwe wereld, wie gelooft dat het kan, dat al die verschillende groepen zich verbonden voelen met elkaar, die ziet de grootheid in een ander. De grootheid van iemand met een geel hesje die laat zien hoe mensen als hij met hun problemen niet gezien worden door de mensen die over hen beslissen. Leiders zijn bezig met groot worden, met groei van de economie, zonder te kijken of iedereen daarvan kan profiteren.
De grootheid van iemand die aan de kaak stelt dat beloftes aan vluchtelingen in Griekenland niet worden nagekomen.
De grootheid van iemand die onvermoeibaar laat zien dat steeds weer de economie voor het behoud van de aarde gaat.
De grootheid van iemand die op bezoek blijft komen bij iemand die het moeilijk heeft, ook al is er geen uitzicht op verandering.

Al die echt grote mensen zetten zich in voor wat kostbaar is: leven. Leven in verbondenheid met elkaar en met de aarde die ons draagt en voedt.
Rikko Voorberg droomt van een samenleving als die van een familie. Waarin zwak en sterk, rijk en arm, weerloos en beschermend – alles een plek heeft en de één zijn rol vindt in de bescherming van de ander en daar niets badinerends in ziet. Mijn oudste vindt het fantastisch om een rol te mogen spelen als de grote broer van zijn kleine zus. Dat maakt hem trots en het maakt onze jongste ook trots, want dat jochie van zeven is háár grote broer. Zij is groot zegt ze, maar een klein beetje groot. Hij is nog groter. Maar niet zo groot als jij, papa.
Dat idee. Dat ieder zo zijn verantwoordelijkheid heeft. En dat elkaar beschermen vanzelfsprekend is.

De verwerkelijking van die droom vraagt nogal wat. Die bijzondere zonen  maken het leven van Maria en Elisabeth niet gemakkelijk. Want wie groot is in de ogen van God, wordt door mensen met macht naar benden gehaald. De vrouwen weten het, ze kennen hun profeten.
Maar ze hebben elkaar en de zegen van de Eeuwige.
En ook wij zoeken de ontmoeting. Een ontmoeting waarin je elkaar aansteekt met je verlangen naar een andere samenleving en je bereidheid daaraan bij te dragen, zodat de nieuwe wereld geboren kan worden. Het hoeft maar klein te beginnen. Het heeft de zegen van de Eeuwige.

Geloofslied: De wijze woorden

Klaarmaken van de Tafel en collecte

Voorbeden, accl.: Zegen ons met het licht van uw ogen

Wij bidden voor mensen die zich behandeld voelen, alsof hun leven geen waarde heeft
De mensen die niet rond kunnen komen, niet hun deel kregen van de groeiende welvaart.
Dat er naar hun stem geluisterd wordt.

Voor de mensen in de onmenselijke vluchtelingenkampen in Griekenland en in Mexico.
Dat de protesten mogen helpen en er leven, toekomst  voor hen is

Voor wie te lijden hebben onder de klimaatveranderingen. Dat niet het eigen belang en het korte termijn-denken regeert, maar dat er toekomst is voor alle mensen.

Wij bidden u voor de leiders van deze wereld. Dat zij niet kiezen voor de macht maar voor menselijkheid en het behoud van de aarde.

Intenties: Koester de namen

Tafelgebed
Wij danken u voor onze aarde
die ons draagt en voedt,
kostbaar in zijn kleur, muziek en geur,
machtig en kwetsbaar.
Voor mensen
breekbaar in hun eentje,
krachtig samen,
zorgend of verzorgd wordend,
veelkleurig voor wie het wil zien.
Wij danken u voor Maria en Elisabeth
die verbonden met elkaar
de toekomst open en moedig tegemoet gaan
Voor Sefanja,
profeet die beter zag wat er mis was
en wat toekomt had;
voor profeten van onze tijd
mensen ook in onze gemeenschap
die tot op hoge leeftijd
de hoop levend houden

Wij danken u voor Jezus,
uw woord dat waar werd
licht onder de mensen
toekomst die zichtbaar werd.
Op de avond,
voordat Jezus werd opgepakt –
heersers laten zich niet zomaar
van de troon stoten –
op die avond vierde hij met zijn vrienden
het feest van de bevrijding
bevrijding uit het land van de angst
dat wij achter ons mogen laten.
Hij nam bij de maaltijd het brood,
sprak de dankzegging uit,
brak het en zei:
dit brood is als mijn leven
gebroken en gedeeld met jullie.
Hij nam ook de wijn en zei:
dit is de wijn van de nieuwe wereld
waar ik zo mee verbonden ben
Waar jullie brood en wijn blijven delen
daar ben ik er bij,
daar blijft de hoop op de nieuwe wereld levend.

Hij werd lafhartig vermoord,
maar liefde bleek sterker dan de dood
Bevrijdend en helend
is hij nog altijd aanwezig onder ons
als wij ons brood en ons leven delen met elkaar,
in zijn voetspoor durven gaan:
als wij grenzen tussen mensen doorbreken
de grootheid in de ander herkennen
en zo de nieuwe wereld dichterbij brengen

Samen bidden wij zingend om die wereld die zeker komen zal

Onze Vader gezongen

Vredeswens: Je staat er niet alleen voor: verbondenheid met elkaar, over alle grenzen heen, dat brengt vrede.

Vredeslied: Waar vriendschap heerst en liefde

Delen van brood en wijn
In het delen van brood en wijn denken we aan Jezus,
aan zijn leven en sterven en dat hij nog altijd leeft onder ons.
Leef in verbondenheid met de Eeuwige,
deel je leven met wie op je weg komt.
zoals Jezus dat deed.
Van harte welkom aan deze tafel

Communielied:  Wat in stilte bloeit

Dankgebed:
Wij danken u
dat wij hier samen
mogen ontdekken
wat leven geeft
dat U ons opent voor elkaar
wij samen uw droom
waar mogen maken

Mededelingen

Bloemetje

Slotgedachte

Verwachting is meer
dan een mooie droom
het is een kracht in mensen,
om in de tegenstroom te staan,
zich werend tegen al het ongenadige
in deze wereld.
En om het nieuwe,
Nog onooglijk,
Dat in zachte aarde kiemt,
Te zien en te behoeden

Zegen
jij staat in die tegenstroom
Jij wilt je weren tegen de ongenadige leefsituatie
van de vluchtelingen in Griekenland
Je staat er niet alleen voor
Dat jouw reis gezegend mag zijn
Gesloten deuren open gaan
Beloftes worden waargemaakt
en er leven is voor vluchtelingen

Zegen ons allen
Dat wij zo met mensen omgaan
dat ze zich opnieuw geboren voelen.
In den naam van de vader, de zoon en de heilige geest

Slotgedachte en zegen naar Kris Gelaude

Slotlied
: Wie teneinde toe

Zaterdag 15 december: Je doet het niet alleen

SAN SALVATORGEMEENSCHAP zaterdag 15 december 2018

THEMA: Je doet het niet alleen

Voorganger Wilton Desmense           Lector Ria van Luijk         Begeleiding Maria Werner op dwarsfluit

OPENINGSLIED: Een huis te hoog en te donker

WELKOM

Van harte welkom in deze viering. Morgen is Gepke Kerssen de voorganger met hetzelfde thema, maar een andere invulling. De advent is over de helft: overal zien we al kerstbomen, de kerststal wacht, zich van kwaad noch goed bewust.

Ik wens ons een goed samenzijn toe. Beginnen we met een ogenblik stilte en daarna een gebed.

GEBED

We staken de eerste kaars aan op deze krans, omdat we ons willen voorbereiden op Kerstmis en denken aan de vernieuwende boodschap, die toen werd gebracht.

We ontstaken de tweede kaars van deze krans, omdat we bij dat licht de moed willen zoeken op weg te gaan naar het onbekende en een licht willen zijn voor de mensen rondom ons.

We maken nu de derde kaars aan, omdat we elkaar willen bemoedigen de duisternis achter ons te laten en samen te werken aan een goede  wereld voor iedereen.

ONTSTEKEN DERDE ADVENTSKAARS

De derde kaars mag branden; weer wint het licht terrein. / Je ziet: straks zal de duisternis voorgoed verdwenen zijn. / Een groene krans, vier kaarsen, want Kerstmis komt in zicht. / Het wordt steeds minder donker, dus zie je steeds meer licht.

 ACCL.: God verscholen in den hoge, breng uw mensen samen en kom!

 INLEIDING OP LEZINGEN

De eerste lezing, uit het Oude Testament, komt van de profeet Sefanja en is ongeveer zes eeuwen voor de geboorte van Jezus geschreven. Sefanja presenteert een profetie over Jeruzalem: de stad en allen, die God eerbiedigen, zullen verlost worden van hun vijanden.

In de tweede lezing horen we het verhaal van het bezoek van Maria aan haar nicht Elisabeth en haar lofprijzing van God, haar Magnificat.

 1e LEZING: Sefanja 3, 14-20

De Heer zegt:

Juich van vreugde, inwoners van Sion! Laat horen dat jullie blij zijn, mensen van Jeruzalem! Heel Israël moet juichen! De Heer zal jullie niet langer straffen. Hij jaagt jullie vijanden weg. Jullie hoeven nergens meer bang voor te zijn. De Heer is de koning van Israël, Hij is bij jullie. Iedereen zal tegen jullie zeggen dat je niet bang hoeft te zijn en geen angst hoeft te voelen. De Heer, jullie God, zal bij jullie zijn. Hij is machtig, Hij zal jullie bevrijden. Hij houdt van jullie en zal jullie vergeven. Hij zal blij zijn over jullie, en juichen van vreugde.

De Heer zegt tegen zijn volk: “Sommigen van jullie hebben veel verdriet. Want zij leven ver weg, en ze kunnen niet naar de tempel komen om feest te vieren. Dat is verschrikkelijk voor Jeruzalem. Maar Ik zal die mensen terugbrengen! En Ik zal de volken straffen die hen gevangen houden. Ik zal iedereen terughalen, ook de allerzwaksten van hen. Nu heeft niemand respect voor hen. Maar dan zal de hele wereld weten wie ze zijn. In die tijd breng Ik hen allemaal hierheen terug. Alle volken op aarde zullen dat weten. En jullie zullen zien dat het weer goed met jullie gaat. Daar zal Ik voor zorgen.” Dat is wat de Heer gezegd heeft.

LIED: Van grond en vuur zult Gij ons maken

 2e LEZING: Lucas 1, 39-56
Maria ging snel op reis. Ze ging naar het bergland van Judea, naar de stad waar Zacharias en Elisabeth woonden. Ze ging hun huis binnen en groette Elisabeth. Toen Elisabeth de stem van Maria hoorde, trappelde het kind in haar buik. Elisabeth werd vervuld van de heilige Geest en zij riep naar Maria:

“Jij bent gezegend, meer dan alle andere vrouwen! En ook het kind dat je krijgt, zal gezegend zijn!”

Elisabeth zei verder: “De moeder van de Heer is bij mij op bezoek. Wat een eer! Toen ik je stem hoorde, voelde ik het kind in mijn buik: het trappelde van vreugde. Jij bent gezegend, Maria. Want jij geloofde dat God zou doen wat de engel je vertelde.

Toen zei Maria: “Ik ben God oneindig dankbaar. Ik zing het uit voor Hem, Hij is mijn redder. Hij koos mij uit, mij, een heel gewoon meisje. Nu zal iedereen over mij zeggen: “Zij is gezegend.” Want God, die machtig is en zijn naam is heilig, heeft mij iets geweldigs gedaan. Aan mensen die naar Hem luisteren, geeft Hij zijn liefde, nu en altijd. God heeft zijn kracht laten zien: trotse mensen jaagt Hij weg en koningen pakt Hij hun macht af. Maar gewone mensen maakt Hij belangrijk. Wie honger heeft, overlaadt Hij met gaven, maar rijken stuurt Hij weg met lege handen. God is zijn liefde voor Israël niet vergeten; daarom helpt Hij zijn volk. Dat had Hij al beloofd aan onze voorouders, aan Abraham en aan iedereen die na hem zou komen.”

Maria bleef drie maanden bij Elisabeth. Daarna ging ze terug naar huis.

LIED: Magnificat

 OVERWEGING

Je doet het niet alleen. Ik las op de website van een middelbare school:

Hier sta je zelf aan het roer, maar je doet het niet alleen. Er loopt altijd een docent rond, die je kan helpen met vragen, werken en leren. De docenten en je mentor nemen de tijd om één op één met jou te bespreken, waar je mee bezig bent of waar je mee zit. (website van Onderweg, Nijmegen)

Dat is een boodschap aan kinderen die de basisschool achter zich gaan laten. Ze gaan een meestal kleine, veilige en overzichtelijke gemeenschap verlaten. Wat zal de nieuwe school hun brengen? In ieder geval een nieuwe wereld, voor korte tijd, want het went o zo snel, wanneer je jong bent en verder uit wilt groeien om voor vol te worden aangezien. Dat doe je niet alleen, dat klopt wel. Sta je zelf ook aan het roer? Nou, ik denk dat het daar dringen is geblazen, want er wordt flink wat afgeroerd.

Onze eerste lezing: Iedereen zal tegen jullie zeggen dat je niet bang hoeft te zijn en geen angst hoeft te voelen. Jullie leraar zal bij jullie zijn. Hij is machtig, Hij zal jullie bevrijden. Hij houdt van jullie en zal jullie vergeven. Hij zal blij zijn over jullie, en juichen van vreugde.

Je hoeft niet bang te zijn: maar je bent het misschien wel. De leraar zal bij jullie zijn: maar hij heeft slechts één paar ogen, en soms knijpt hij ’n oogje dicht. Zal hij jullie vergeven? Hij heeft toch ook zijn tien geboden en zijn leerlingen moeten er zich bewust van zijn dat hij “Schuld en boete”, ook wel als “Misdaad en straf” vertaald hoog in het vaandel heeft staan.

“Sommigen van jullie hebben veel verdriet. Want zij leven ver weg, en ze kunnen niet naar de tempel komen om feest te vieren. Dat is verschrikkelijk. Maar Ik zal die mensen terugbrengen ook de allerzwaksten van hen voor wie niemand respect heeft. Dan zal de héle wereld weten wie ze zijn. Daar zal Ik voor zorgen.” Dat is wat de Heer gezegd heeft.

Deze boodschap was hoopgevend, maar één ding stond er niet duidelijk in:

Ik doe het niet alleen: jullie moeten ook aan de bak. Je zult er de hulp bij krijgen van een nieuwe, goede boodschap, die Evangelie genoemd zal worden. Nog even geduld: hij is in aantocht, advent. Blijf niet staren op wat vroeger was: verlaat de stromen van Babylon, hang de harpen aan de wilgen, steek de handen uit de mouwen en ga op weg, niet naar paleizen, maar naar een stal!

Uit de tweede lezing: Want God, die machtig is en zijn naam is heilig, geeft zijn liefde, nu en altijd. Gewone mensen maakt Hij belangrijk. Wie honger heeft, overlaadt Hij met gaven, maar rijken stuurt Hij weg met lege handen. God helpt zijn volk. Dat had Hij al beloofd aan onze voorouders, aan Abraham en aan iedereen die na hem zou komen.”

Je doet het niet alleen. Althans: je hoeft het niet alleen te doen. Eigenlijk kun je dat ook niet, in een wereld met zo veel mensen om je heen. Eigenlijk mag je dat zelfs ook niet!

De derde kaars brandt. Hoop! In een lied van Blöf wordt die zo verwoord:

Wachten tot de zon opkomt
is een manier om altijd weer het licht te zien
en de nacht weer te vergeten.
Staren naar de horizon
heeft iets van niet meer kijken,
van steeds weer verder reiken
naar wat jij eerst niet kon.

 

Het wordt beter,
met elkaar wordt het beter
en we weten dat morgen vlakbij is
en zo weer voorbij is.
We zijn groter,
bij elkaar zijn we groter;
dus we proosten op dagen
vol zonlicht, dat ieder gewicht dragen kan.

 

Laat mijn hand niet,
laat mijn hand niet gaan:
je hoeft dit niet alleen te doen!
Laat mijn hand niet,
laat mijn hand niet gaan.

(Blöf, Beter)

 En in het Evangelie klinkt dit geluid:

Toen zei Maria: “Ik ben God oneindig dankbaar. Ik zing het uit voor Hem, Hij is mijn redder. Hij koos mij uit, mij, een heel gewoon meisje. Nu zal iedereen over mij zeggen: “Zij is gezegend.” Want God, die machtig is en zijn naam is heilig, heeft mij iets geweldigs gedaan.

Gave van God, daar moeten wij het mee doen.

LIED: Er is een roos ontsprongen (mel. Vermulst)

VOORBEDEN

Laat komen het licht van Kerstmis,
laat het komen waar duisternis heerst.
Moge het schijnen voor de armen in de wereld,
voor allen die slachtoffer zijn van de macht der machtigen;
voor hen, die aan de kost proberen te komen
op de vuilnisbelten van de grote steden.
Moge het kind in de stal ook aan hen Gods licht brengen.

ACCL.: Ik ben op weg naar een stal

Moge het licht van Kerstmis schijnen
voor de armen in onze eigen samenleving vol welvaart;
voor de velen die onder de armoedegrens leven,
voor hen die niet rond kunnen komen van hun uitkering,
voor allen die geen raad weten met onze bureaucratie.
Moge hij die komt als een kind voor hen Gods licht tevoorschijn brengen.

ACCL.

Moge het licht van barmhartigheid schijnen,
door allen die zich bekommeren om de zwakken in de maatschappij,
door hen die bereid zijn te delen met de armen,
die tijd en aandacht geven aan medemensen in nood.
Moge de geest van Kerstmis ook door hen Gods licht nabij brengen.

ACCL.

Wij bidden voor de intenties in ons intentieboek en voor de intenties die leven in onze harten, voor al degenen met wie wij vol warmte het kerstfeest hebben gevierd, maar die wij nu moeten missen.

ACCL.

 

TAFELGEBED In de geest van jouw liefde …

accl. Alle mensen samen (3x) en Geef mij je hand

ONZE VADER

VREDESWENS

Tastend in ’t duister gaan wij naar het licht,

op weg naar de stal waar deze wereld wordt verwacht en waarvan de vrede uitstraalt, die we elkaar toewensen.

VREDESLIED: Zonder naam en zonder woorden (3e couplet)

COMMUNIE

God van licht, wijs ons de weg, geef ons antwoord op de vraag wat we moeten doen om uw koninkrijk op aarde mede gestalte te geven. Moge ons samenzijn rond brood en wijn, deze tekenen, waarin Jezus zijn verbondenheid met U en met ons beleefd heeft, ook ons de kracht schenken om onze saamhorigheid steeds duidelijker gestalte te geven in ons dagelijks bestaan, vandaag en alle dagen. Amen

COMMUNIELIED: Tastend in ’t duister

(nieuw lied: melodie Wiegenlied van von Weber)

Tastend in’t duister gaan wij naar het licht.

Langzaam maar zeker komt een Betlehem in zicht.

Daar hopen wij straks een heiland tee zien,

in armoe verscholen, maar vermoedbaar misschien.

 

Koning in lompen en eng’lengeduld.

Wat brengt de toekomst, nog in nevelen gehuld?

Kind van de mensheid dat een doornenkroon draagt.

Mens zijn is leven dat iets goddelijks vraagt.

 

Ga met ons mee, geef jouw hand en geloof,

wij, vol vertrouwen, voor jouw woorden niet doof.

En als de twijfel de ogen verzwakt,

wijs dan de stal waar deze wereld wordt verwacht.

GEBED

Zien in geloof
is verder kijken dan de buitenkant.
Is kansen zien in wie kansloos is.
Is in een schuldig mens een stukje onschuld zien.

Zien in geloof is kijken met ogen
vol hoop en verwachting.
Is de morgen zien als het nog nacht is.
Is in een kind in een stal een koning zien.

Zien in geloof is oog hebben
voor wat verborgen is.
Is vrede zien in oorlogstijd.
Is in een medemens iets van God zien.

 GOED OM TE WETEN

SLOTGEDACHTE

Ik hoop op een wereld
waarin mensen accepteren
dat iedereen anders is
en zijn eigen kwaliteiten heeft,
maar ik verwacht
dat die houding niet zomaar vanzelf komt.

Ik hoop op een wereld
zonder oorlog en geweld,
zonder ruzie en pijn,
zonder pesterijen en gesar,
maar ik verwacht dat ik zelf
dan niet rustig kan afwachten.

Ik hoop op een wereld
waarin niemand honger heeft
en iedereen genoeg verdient
om van te leven,
maar ik verwacht dat dat alleen lukt
als iedereen meewerkt.

WEGZENDING EN ZEGEN

In de geest van deze viering gaan wij vanhier.

Wij bidden bemoediging mee te krijgen van elkaar

en van de woorden die wij hier hoorden.

Mogen die ons inspireren, in de naam van Die wij noemen: vader, zoon en heilige geest. Amen.

 SLOTLIED: Nu daagt het in het oosten

Wees niet bang

THEMA:   Wees niet bang
DATUM: 8 en 9 december
Voorganger Tony de Meulder
Zaterdag Corrie Dansen
Lector 1 / Maria Hoitink Lector 2 Fiet Vreeburg

OPENINGSLIED:
Zaterdag/zondag: Nacht is om de huizen

WELKOM
Advent zit heel diep in ons, als een oerdrang die zegt: “Wees niet bang”. Advent is iets van God voelen, voelen bewegen en stampen in het donker van ons bestaan. De Ene wil ons zeggen: ‘Ik ben er, maar jij moet Mij naar het leven dragen.’ Van harte welkom in deze viering u/jij die wekelijks hier komt om geloofsgemeenschap te vormen, Maar ook u die hier voor de eerste keer bent. Weet u welkom! Dit is een plek waar iedereen welkom is. Het is eigenlijk beschamend dat we dit in een viering zeggen. Maar ik ben me bewust dat er vele plaatsen zijn waar niet iedereen welkom is. Ik denk aan de uitspraak deze week van de bisschop van Rome. Hoe hij denkt over homoseksuelen, dat homoseksuele priesters beter het ambt kunnen verlaten. Ik stel de vraag hoeveel priesters blijven er dan over om nog voor te gaan. Vandaag is het de tweede zondag van de advent. Het thema is wees niet bang.
We luisteren naar het verhaal van de profeet Maleachi en van Maria en de aankondig engel. We maken gebruik van de Naardense bijbelvertaling. Een vertaling die heel dichtbij de grondtekst staat. Gemakkelijk nee! Mooi ja! De tekst legt andere accenten. We horen dat Maria haar woning, haar hart opent voor de Ene, die wij onze God mogen noemen. Maken wij het stil om onze gebeden en gedachten op Gods hoogte te brengen.
Lees meer →

Het begint klein – Hoe weet ik of het waar is

SAN SALVATORGEMEENSCHAP 1 & 2 december

 1e zondag van de Advent 
Voorganger: Franneke Hoeks

Met medewerking van De Cantorij o.l.v Peter-Paul van Beekem | Piano: Steven van Gool

OPENINGSLIED  zat.: Zo maar een dak / zon:Dat woord waarin

WELKOM
Beste mensen wat fijn dat jullie hier zijn op deze eerste zondag van de advent.  Of je een regelmatige bezoeker bent of voor het eerst je weg naar de San Salvator hebt gevonden: fijn dat u, dat je hier bent, voor dit uur vol verhalen, liederen, stilte, bidden en delen. Lees meer →